Even een stukje schrijven over Pasen.
De oorsprong:
Over de precieze oorsprong en viering is men het niet volledig eens. Er bestaan verschillende lentefeesten uit diverse culturen die sterk op elkaar gelijken en waaraan ook het christendom symbolen heeft ontleend.
Daarom stellen sommigen dat Pasen eigenlijk een vrij recente feestdag is waarin al dan niet bewust oude symbolieken van de lentefeesten zijn opgenomen. Maar er zijn ook die zeggen dat de oorsprong meer algemeen is; als in een feest van de lente, waarbij het ontwaken van de natuur na de winter werd gevierd.
De oorsprong van het Pasen zou in het oude Egypte en Perzië kunnen liggen.
Het joodse Pesach (in de christelijke liturgie Pascha) is nauw verbonden met de uittocht uit Egypte, de Exodus. De viering en herdenking hiervan werd volgens het Bijbelboek Exodus de avond voor de uittocht ingesteld en is de eeuwen door in verschillende vormen bewaard gebleven.
In het oude Europa was Pasen oorspronkelijk het feest ter ere van de Godin van licht, en vernieuwing, Eastre. Het werd gevierd tijdens de equinox.
In de tijd van Jezus was het Pascha, naast het pinksterfeest en het Loofhuttenfeest een van de drie belangrijke pelgrimsfeesten. Het was nauw verbonden met het Massotfeest; beide werden in feite als één feest gevierd.
De datum:
Het concilie van Nicea bepaalde in 325 dat Pasen moet worden gevierd op de zondag na de eerste volle maan in de lente. In 1582 voerde Paus Gregorius XIII een kalenderhervorming door, die door de Orthodoxe kerken niet werd gevolgd. De Orthodoxe kerken, zoals de Grieks-orthodoxe Kerk, bleven de Juliaanse kalender volgen en niet de Gregoriaanse kalender, waardoor het begin van de lente, en dus ook de paasdatum, op verschillende dagen valt. Om de zoveel jaar valt de paasdatum van de westerse kerken samen met die van de Orthodoxe kerken.
De eieren:
Het ei is al sinds de oudheid een symbool van vruchtbaarheid. Hier zag men de 4 elementen in terug:
aarde: schaal
lucht: membraan/vlies
water: eiwit
vuur: dooier
In het oude Egypte zag men het ei als symbool van vernieuwing en men gaf ze aan elkaar ten tijde van de equinox (wanneer dag en nacht even lang zijn)
Het christendom kent de Vastentijd die voorafgaand aan Pasen 40 dagen lang duurde en waarin het verboden was om eieren te eten, waardoor de boeren met een flink overschot aan eieren kwamen te zitten.
Vanaf de middeleeuwen begon men de eieren te schilderen. In het begin alleen met rode verf die het bloed van Christus moest voorstellen. Later werden ze in de kleuren van het altaar geschilderd en liet men ze zelfs in de kerk wijden. Al snel kwamen er allerlei andere decoraties bij.
De Russische Tsaren gaven elkaar zelfs peperdure met edelstenen versierde eieren cadeau.
Het verstoppen van de eieren komt van een oeroude gewoonte om de akkers vruchtbaar te maken door er eieren in te begraven. En deze traditie leeft nog steeds door de eieren te verstoppen in de tuin, zodat kinderen ze kunnen gaan zoeken.
Een ei hoort er dus bij.
Van chocolade of van een kip.
Wat fijn wat zijn wij blij.
Een ei gekoesterd door een lip.
Fel gekleurd of met een stip.
Dus allemaal een vruchtbaar pasen.